Wat past in jouw Kledingkast?

Tijdens mijn werk als Professional Organizer kom ik regelmatig ‘ontplofte’ kledingkasten tegen.
Teveel kleding, ongesorteerde kleding of onhandig ingerichte kledingkasten; als jij dit ook hebt ben je echt geen uitzondering!

In dit blog een aantal tips, zodat jouw kledingkast weer inspiratie geeft i.p.v. frustratie.

Allereerst mag je eens kijken wat er daadwerkelijk in jouw kast past:
Dat bekijk je zowel letterlijk als figuurlijk:
Past alle kleding nog in de kledingkast? Of puilt deze uit?

Welke kleding past jou nog?
Ligt of hangt er nog kleding in je kast die stuk is? En zo ja, wat ga je daarmee doen? (Laten) repareren of kan het weg?

Heb je kleding van alle seizoenen in je kast?
In de zomer heb je je winterkleding niet nodig, dus deze gaat óf uit de kast of schuift naar achteren. Dit komt later nog aan bod.

Dan de lengte van de kleding:
Kleding die eigenlijk te lang is voor jouw kledingkast kun je zó op een hanger hangen, zodat het kledingstuk niet op de bodem van de kast valt.
– Wanneer je een diepe kast hebt, kun je je broeken i.p.v. in drieën ook in tweeën vouwen. Hierdoor wordt de stapel minder hoog en houd je meer overzicht.
– Wanneer je twee stapels achter elkaar in de kast legt, houdt er dan rekening mee dat je de achterste stapel eigenlijk helemaal niet kunt zien, laat staan daar makkelijk iets van uit de kast kunt halen.

Dit zorgt dus voor minder overzicht en daardoor kan er makkelijker een rommeltje ontstaan. Ik probeer stapeltjes achter elkaar dan ook altijd te vermijden!

Wat te doen met kleding van andere seizoenen?
In dezelfde kast
– Zoveel mogelijk bij elkaar, bijvoorbeeld hoog in de kast waar je niet zo makkelijk bij kunt.
– Bij een diepe kast, kun je winterkleding áchter de zomerkleding leggen.
– M.b.t. het hanggedeelte kan bijv. zomerkleding links, winterkleding rechts.

Mogelijkheden om het elders op te bergen
– Berg de kleding op in plastic kratten onder het bed, of een andere kamer waar je opbergruimte hebt.
– Bijv. Ikea heeft mooie opbergers voor kleding.
– Doe kleding liever niet in kartonnen dozen; hierin is je kleding niet zo goed beschermt tegen stof en evt. ongedierte.
– Heb je niet zoveel ruimte? Kies dan voor vacuümzakken.

Vervolgens kun je kijken naar de inrichting van de kledingkast
Eigen lengte
Elke kast heeft een bepaalde hoogte. Afhankelijk hiervan bepaal je hoe je jurken en rokken ophangt, zodat ze niet over de bodem ‘slepen’.

Breedte en diepte kledingkast
Je broeken en shirts kun je opvouwen afhankelijk van breedte en diepte van de kastplanken. Bij een diepe kast en niet al te lange broekspijpen, kun je een broek bijv. in tweeën vouwen i.p.v. drie of vier keer. Je stapel wordt dan minder hoog zodat je meer overzicht houd.

Shirts
Voor de één heel logisch, voor de ander nog niet: Leg mouwloos bij mouwloos, lange mouw bij lange mouw enz.
Denk aan de breedte bij het vouwen. Wil je het vouwen makkelijker maken, klik hier voor een handige opvouwtip.

Broeken
Ook broeken sorteer je op korte broeken, driekwart broeken en lange broeken.
Maak verder zoveel mogelijk gebruik van de diepte van de kast.

Rokken / Jurken
Gebruik hiervoor rokkenhangers of vouw ze dubbel over een kledinghanger, wellicht binnenste buiten.

Sokken
Sokken kun je als bolletjes in elkaar vouwen. Zelf vind ik hiervoor de methode van Marie Kondo wel heel fijn en overzichtelijk; staand achter elkaar.

Ondergoed
Ook ondergoed kun je als de sokken opbergen, of op een stapeltje in een lade. Ligt jouw ondergoed gewoon op een plank in de kast? Dan is het wellicht makkelijker om ze in een doosje op de plank te zetten.

Tot slot nog een gouden regel:
Zorg ervoor dat een kast nooit voller is dan 75%! Op die manier zorg je ervoor dat je kleding makkelijk uit de kast kunt halen, maar vooral er ook makkelijker in kunt leggen.

Als het makkelijker gaat ben je eerder geneigd om het ook daadwerkelijk te doen en je kast netjes te houden.

Succes!